Inleiding
Deze verplichte paragraaf geeft inzicht in en informatie over de lokale heffingen. Hieronder vallen de leges en belastingen. We geven inzicht in beleidsontwikkelingen, de kostendekkendheid van de leges, de kosten van de heffingen en de opbrengsten van de heffingen.
Verder maken wij vergelijkingen van de lokale lastendruk met de regionale/landelijke lastendruk. Ook geven wij per belastingsoort en voor de leges de belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen aan.
ALGEMEEN
Deze paragraaf geeft inzicht in diverse gemeentelijke heffingen.
In deze begroting wordt er van uitgegaan dat de opbrengst van de diverse heffingen in 2022 niet meer nadelig wordt beinvloed door Covid-19.
Bij gemeentelijke belastingen wordt onderscheid gemaakt tussen:
- belastingen
- bestemmingsheffingen (waaronder leges)
Belastingopbrengsten zijn niet rechtstreeks te relateren aan bepaalde uitgaven in de begroting, terwijl dit bij bestemmingsheffingen wel het geval is.
De belastingopbrengsten dekken in 2022 ongeveer 7% van de totale exploitatielasten. Inclusief de bestemmingsheffingen worden de totale exploitatielasten voor ongeveer 16,5% afgedekt.
BELEIDSUITGANGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN
Om een sluitende begroting te kunnen houden, worden de loon- en prijsstijgingen doorberekend in de tarieven voor belastingen en heffingen. Voor sommige heffingen geldt dat maximumtarieven worden voorgeschreven door het Rijk. Dit is onder andere het geval bij de leges voor reisdocumenten en rijbewijzen. Soms spelen onze beleidsdoelstellingen een rol bij de bepaling van het tarief. Voorbeelden hiervan zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing, hierbij hebben we het uitgangspunt dat met de opbrengsten de kosten volledig gedekt worden.
Voor de tariefontwikkeling ten opzichte van 2021 wordt verwezen naar de tabel 'gemiddelde lastendruk per gezin' in Best verderop in deze paragraaf.
De Omgevingswet treedt naar verwachting in werking in 2022
De invoering van de Omgevingswet is inmiddels enkele keren uitgesteld. Op basis van actuele informatie treedt de Omgevingswet medio 2022 in werking. Deze wet heeft gevolgen voor de leges die geheven worden via titel 2, de leges voor bouwen en omgevingsaanpassingen. Voor 2022 betekent dit dat de legesverordening die gelijktijdig met deze begroting wordt aangeboden op basis van de nu geldende regelgeving zal worden samengesteld. Gelijkertijd vinden voorbereidingen plaats voor een legesverordening, waarin de gevolgen van de Omgevingswet worden voorbereid. Zodra de invoeringsdatum van de Omgevingswet definitief is, kan vervolgens snel een raadsbesluit worden voorbereid om een aangepaste legesverordening vast te stellen
KOSTEN VAN HEFFING EN INVORDERING
Er zijn diverse kosten die samenhangen met het heffen en invorderen van leges en belastingen. Hieronder vallen niet alleen de directe loonkosten, maar ook alle overige kosten die hiermee samenhangen. Het gaat dan om de kosten van heffing en invordering van de volgende belastingen en heffingen: onroerende-zaakbelastingen, precariobelasting, toeristenbelasting, bouwgrondbelasting, reclamebelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Verder kan 1/3 van de lasten in het kader van de wet WOZ als kostenpost voor de heffing van belastingen en heffingen worden beschouwd (betreft een gezamenlijke uitvoering, ook voor de belastingdienst en het waterschap). De kosten voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen worden voor 2022 geraamd op € 222.000.
De totale opbrengst van voornoemde belastingen en heffingen wordt in 2022 geraamd op € 15.241.100 . De lasten voor heffing en invordering zijn daarmee ongeveer 1,5% van de geraamde opbrengst.
OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN
Wettelijk is bepaald welke belastingen een gemeente mag heffen en welke heffingen een gemeente kan doen. Meestal mag de gemeente de hoogte van de tarieven bepalen. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges (per onderdeel) maximaal kostendekkend zijn. Daarnaast is voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen. Een bekend voorbeeld hiervan is de leges die we heffen voor het verstrekken van reisdocumenten en rijbewijzen.
Hieronder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen met de bijbehorende opbrengsten (afgerond).
Opbrengsten belastingen, leges en heffingen
Werkelijk 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | |
Belastingen: | |||
Onroerende-zaakbelastingen | 5.821.327 | 6.100.000 | 6.376.000 |
Bouwgrondbelasting | 2.343 | 0 | 0 |
Reclamebelasting | 53.253 | 66.000 | 67.000 |
Precariobelasting | 80.445 | 98.000 | 99.000 |
Toeristenbelasting | 72.000 | 81.000 | 109.000 |
Totaal belasting opbrengsten: | 6.029.368 | 6.345.000 | 6.651.000 |
Leges en heffingen: | |||
Leges titel 1 (o.a. leges burgerzaken, algemene plaatselijke verordening) | 478.760 | 591.000 | 589.000 |
Leges titel 2 (o.a. leges WABO en milieu) | 1.045.005 | 1.004.000 | 1.163.000 |
Leges titel 3 (o.a. leges voor evenementen) | 1.164 | 32.000 | 39.000 |
Marktgelden | 17.209 | 26.000 | 27.000 |
Afvalstoffenheffing | 3.319.687 | 3.834.000 | 4.227.000 |
Rioolheffing | 2.407.704 | 2.496.000 | 2.541.000 |
Lijkbezorgingsrechten | 14.998 | 4.100 | 4.100 |
Totaal leges en heffingen | 7.284.527 | 7.987.100 | 8.590.100 |
Totaal belastingen en leges en heffingen | 13.313.895 | 14.332.100 | 15.241.100 |
Gemiddelde lastendruk per gezin in Best (met eigen woning)
Belasting / heffing | Begroting 2021 | Begroting 2022 |
---|---|---|
Onroerende zaakbelasting | 265 | 282 |
Afvalstoffenheffing | 299 | 322 |
Rioolheffing | 174 | 177 |
Totale lastendruk Best | 738 | 781 |
Vergelijking lastendruk meerpersoons huishouden Best in 2021 ten opzichte van de landelijke lastendruk meerpersoons huishouden
Best | Gemiddeld | Laagst | Hoogst |
---|---|---|---|
758 | 811 | 598 | 1.517 |
Vergelijking lastendruk Best in 2021 ten opzichte van de lastendruk omliggende gemeenten
Best | Eindhoven | Nuenen | Oirschot | Son en Breugel | Veldhoven |
---|---|---|---|---|---|
758 | 753 | 956 | 867 | 804 | 744 |
Toelichting ontwikkeling lastendruk
Uit de vergelijkingen voor 2021 blijkt dat de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in Best laag zijn. Zowel in vergelijking met de landelijke als regionale lasten. De gemeente Best staat in de landelijk ranglijst voor goedkoopste gemeente qua woonlasten voor meerpersoonshuishoudens op plaats 90 van de 374 gemeenten. Binnen de provincie Noord-Brabant (61 gemeenten) is de gemeente Best de op 16 gemeenten na de goedkoopste gemeente.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit laat zien hoe de lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit is de lastendruk van het begrotingsjaar (2022) ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2021) uitgedrukt in een percentage. De belastingcapaciteit is: 781/811 x 100% = 96,3% (lastendruk in 2021 95,1%).
Kostentoerekening en kostendekking
In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is voorgeschreven dat de totale geraamde legesopbrengst per titel de totale geraamde kosten per titel niet mogen overstijgen. Daarnaast is bepaald dat inzicht gegeven moet worden in de kostentoerekening voor de leges en heffingen.
Dit inzicht wordt gegeven in de onderstaande tabel:
Tabel kostentoerekening en kostendekking
Soort heffing | Taakveld | Directe | Indirecte | Totale | Totale | Saldo | % dekking |
---|---|---|---|---|---|---|---|
lasten | lasten | lasten | opbrengst | opbrengst | lasten | ||
Titel 1: leges algemene dienstverlening | |||||||
Leges burgelijke stand | 0.2 | 15.000 | 12.000 | 27.000 | 53.000 | 26.000 | 196,30% |
Leges reisdocumenten | 0.2 | 225.000 | 117.000 | 342.000 | 182.000 | -160.000 | 53,22% |
Leges rijbewijzen | 0.2 | 106.000 | 60.000 | 166.000 | 134.000 | -32.000 | 80,72% |
Leges verstrekkingen BRS | 0.2 | 61.000 | 9.000 | 70.000 | 8.000 | -62.000 | 11,43% |
Leges overige publiekszaken | 0.2 | 63.000 | 26.000 | 89.000 | 46.000 | -43.000 | 51,69% |
Leges APV | 1.2 | 181.000 | 155.000 | 336.000 | 38.000 | -298.000 | 11,31% |
Leges kabels en leidingen | 3.1 | 73.000 | 65.000 | 138.000 | 128.000 | -10.000 | 92,75% |
Totalen leges titel 1 | 724.000 | 444.000 | 1.168.000 | 589.000 | -579.000 | 50,43% | |
Titel 2: leges fysieke leefomgeving / | |||||||
omgevingsvergunningen | |||||||
Vergunningen milieu | 7.4 | 173.000 | 6.000 | 179.000 | 13.000 | -166.000 | 7,26% |
Leges principeverzoeken | 8.1 | 83.000 | 86.000 | 169.000 | 16.000 | -153.000 | 9,47% |
Vergunningverlening ruimtelijke regelgeving | 8.3 | 602.000 | 355.000 | 957.000 | 1.140.000 | 183.000 | 119,12% |
Totalen leges titel 2 | 858.000 | 447.000 | 1.305.000 | 1.169.000 | -136.000 | 89,58% | |
Titel 3: leges Europese dienstenrichtlijn | |||||||
Leges voor horeca, evenementen etc. | 1.2 | 179.000 | 158.000 | 337.000 | 40.000 | -297.000 | 11,87% |
Totalen leges titel 3 | 179.000 | 158.000 | 337.000 | 40.000 | -297.000 | 11,87% | |
Overige heffingen | |||||||
Marktgeld | 3.3 | 41.000 | 34.000 | 75.000 | 27.000 | -48.000 | 36,00% |
Rioolheffing | 7.2 | 2.301.000 | 279.000 | 2.580.000 | 2.580.000 | 0 | 100,00% |
Afvalstoffenheffing | 7.3 | 4.669.000 | 95.000 | 4.764.000 | 4.764.000 | 0 | 100,00% |
Lijkbezorgingsrechten | 7.5 | 6.000 | 2.000 | 8.000 | 4.000 | -4.000 | 50,00% |
Totalen overige heffingen | 7.017.000 | 410.000 | 7.427.000 | 7.375.000 | -52.000 | 99,30% |
Toelichting bij de tabel:
Bovenstaande tabel biedt inzicht in de mate waarin de lasten die ontstaan vanwege het heffen van leges gedekt worden door opbrengsten en in de totale mate van kostendekking van de leges.
Er is geen winststreven bij het heffen van leges, complementair ontstaat soms wel sprake van een overschot op een legesonderdeel. De oorzaak hiervan is dat bij het heffen van een legessoort niet gestuurd wordt op maximalisatie van opbrengsten. Bij de heffing van leges gaat het vooral om het bereiken van doelstellingen van ons, van het Rijk of van mede overheden.
Toch is het van belang om ook de financiële gevolgen te betrekken bij de heffing van leges. Enerzijds verwacht de wetgever dat ervoor gezorgd wordt, dat de totale legesopbrengsten die geïnd worden, de totale kosten vanwege het innen van deze leges niet overstijgen. Met andere woorden: de leges mogen in totaal maximaal 100% kostendekkend zijn.
Anderzijds leveren legesopbrengsten een belangrijke bijdrage aan het sluitend maken en houden van de begroting. Het is om deze reden belangrijk om een goede balans te zoeken tussen beleidsdoelstellingen, maatschappelijk acceptabele tarieven en de mate van kostendekking van de kosten van heffing en invordering van leges.
Een hulpmiddel om deze balans te vinden is de wettelijke mogelijkheid om verliezen bij de ene legessoort (onder voorwaarden) te compenseren met meeropbrengsten van andere legessoorten.
DOELSTELLINGEN EN BIJZONDERHEDEN BELASTINGEN, LEGES EN HEFFINGEN
Hieronder worden de beleidsdoelstellingen en kenmerken van belangrijkste belastingen, leges en heffingen toegelicht. De tarieven en grondslagen voor 2021 worden vastgesteld via raadsvoorstel IN20-02384, wat de actualisatie van de belastingverordeningen behandelt.
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
De OZB is voor veel gemeenten de belangrijkste inkomstenbron. Geheven wordt een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.
Voor de berekening van de OZB in 2022 wordt de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2021 gebruikt. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.
Het is niet de bedoeling dat een stijging of daling van de WOZ-waarden tot hogere of lagere opbrengsten van de OZB leidt. Dit betekent dat de tarieven pas definitief worden bepaald op het moment dat de WOZ-waarden per waardepeildatum 1 januari 2020 bekend zijn. Als de WOZ-waarden stijgen, dan daalt het tarief van de OZB, omgekeerd, dalen de WOZ-waarden dan stijgt het tarief van de OZB. Vanwege aanpassing van de WOZ-waarden kunnen er wel individuele verschuivingen optreden tussen de huishoudens / niet woningen.
Zoals hierboven is aangegeven heeft een stijging of daling van de WOZ-waarden geen invloed op de totale opbrengst OZB. Wel wordt de opbrengst OZB verhoogd bij indexering of een algemene tariefsaanpassing. Voor 2022 is sprake van aanpassing van de OZB-tarieven op basis van indexering. Daarnaast wordt in deze begroting vanaf 2023 t/m 2025 rekening gehouden met een extra tariefsaanpassing van de OZB (4%).
Er zijn 2 redenen om deze aanpassing door te voeren.
1. Wij ontvangen een algemene uitkering vanuit het Gemeentefonds van het Rijk. Bij het berekenen van deze uitkering gaat het Rijk er vanuit dat elke gemeente een basisbedrag int vanuit de OZB. De Rijksuitkering wordt gekort met deze basisopbrengst. Wij realiseren dus minder OZB opbrengst dan waarmee het Rijk rekening houdt bij de bepaling van de Gemeentefonds uitkering.
2. Vanwege ambities in de komende jaren, zijn de geplande extra opbrengsten uit de OZB noodzakelijk.
Reclamebelasting
Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. Dit gebied is gelegen in het centrum van Best. De reclamebelasting is ingevoerd op verzoek van een grote meerderheid van de ondernemers in het gebied. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Belastingplichtig is de gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen.
Beleid reclamebelasting:
Er is een convenant afgesloten met de Stichting Centrummanagement. De centrummanager is na tien jaar gestopt. Ook het huidige bestuur van Stichting Centrummanagement heeft aangegeven te stoppen. Dit proces bevindt zich in de afrondende fase. Er wordt gezocht naar nieuwe bestuursleden en een betaalde winkelgebiedenmanager. De reclamebelasting blijftnaast de subsidie voor het Centrummanagement de financieringsbron voor het de manager en te organiseren activiteiten.
Precariobelasting
De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
Beleid precariobelasting:
De belasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting is een algemene belasting voor overnachtingen binnen Best door niet-Bestenaren (of niet-inwoners). Het gaat om overnachtingen in hotels, pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. Via deze belasting dragen arbeidsmigranten en toeristen bij aan het voorzieningenniveau in onze gemeente.
De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.
Beleid toeristenbelasting: De belasting is een algemeen dekkingsmiddel.
Afvalstoffenheffing
De functie van de afvalstoffenheffing is het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het feit dat de gemeente verplicht is (wettelijke inzamelplicht als gevolg van artikel 10.11 van de Wet milieubeheer) om binnen het gehele gebied huisvuil in te zamelen is reden voor de heffing. Het belastbaar feit is het gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer - artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Afvalstoffenheffing moet worden betaald als een perceel feitelijk wordt gebruikt én de gemeente hier op basis van de wet verplicht is huishoudelijk afval in te zamelen.
Het tarief is een vast bedrag per jaar.
Beleid tarieven afvalstoffenheffing:
Uitgangspunt voor deze heffing is 100% dekking van de afvalinzamelingskosten.
Rioolheffing
De functie van de rioolheffing is het dekken van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Daarnaast worden ook lasten voor de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer uit de rioolheffing gedekt.
De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het basistarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 ten met 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.
Beleid tarieven rioolheffing:
Uitgangspunt voor 2022 is 100% dekking van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Heffing vindt plaats bij percelen met een directe of indirecte rioolhuisaansluiting.
Vanaf 2023:
De gemeente heeft via de rioolheffing de mogelijkheid om de kosten van de gemeentelijke taken door te belasten. Tot en met 2022 worden deze kosten verhaald via een heffing op vastgoed met een directe of indirecte rioolaansluiting. Inmiddels hebben gemeenten ook belangrijke taken in het beheersen van de waterhuishouding. Het tegengaan van wateroverlast en verdroging zijn ook taken van gemeenten en vragen om nieuwe maatregelen in de openbare ruimte. De lasten vanwege deze maatregelen moeten worden gedragen door degenen die profijt hebben van de maatregelen en dat zijn niet alleen de percelen met een rioolaansluiting.
In de nieuwe modelverordening van de VNG is er daarom voor gekozen om de koppeling van de belastingplicht aan een rioolaansluiting los te laten. In de plaats hiervan komt de mogelijkheid om 3 nieuwe maatstaven van heffing te hanteren:
- Een vast tarief;
- Een tarief gekoppeld aan de WOZ-waarde
- Een tarief naar waterafvoer-/verbruik.
Onderzocht wordt op welke wijze de rioolheffing in de toekomst vorm krijgt. Verwacht wordt dat dit leidt tot aanpassingen in de Verordening Rioolheffing vanaf 2023.